SV | Toen neigde zich Josafat met het aangezicht ter aarde; en gans Juda en de inwoners van Jeruzalem vielen neder voor het aangezicht des HEEREN, aanbiddende den HEERE. |
WLC | וַיִּקֹּ֧ד יְהֹושָׁפָ֛ט אַפַּ֖יִם אָ֑רְצָה וְכָל־יְהוּדָ֞ה וְיֹשְׁבֵ֣י יְרוּשָׁלִַ֗ם נָֽפְלוּ֙ לִפְנֵ֣י יְהוָ֔ה לְהִֽשְׁתַּחֲוֹ֖ת לַיהוָֽה׃ |
Trans. | wayyiqqōḏ yəhwōšāfāṭ ’apayim ’ārəṣâ wəḵāl-yəhûḏâ wəyōšəḇê yərûšālaim nāfəlû lifənê JHWH ləhišətaḥăwōṯ laJHWH: |
Toen neigde zich Josafat met het aangezicht ter aarde; en gans Juda en de inwoners van Jeruzalem vielen neder voor het aangezicht des HEEREN, aanbiddende den HEERE.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen neigde zich Josafat met het aangezicht ter aarde; en gans Juda en de inwoners van Jeruzalem vielen neder voor het aangezicht des HEEREN, aanbiddende den HEERE.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!